Pi is de 16e letter in het Griekse alfabet.
In de wiskunde is de Griekse letter pi (/paɪ/) een symbool dat gebruikt wordt om de verhouding weer te geven tussen de omtrek van een cirkel en zijn diameter. Deze verhouding is ongeveer gelijk aan 3,14159. Pi is ook een irrationaal getal, wat betekent dat het niet kan worden uitgedrukt als een rationele breuk (d.w.z. als een breuk p/q, waarbij p en q gehele getallen zijn en q ≠ 0). Met andere woorden, pi kan niet worden weergegeven als een afsluitend of repeterend decimaal getal.
De Griekse letter π (pi) werd voor het eerst gebruikt door William Jones in 1706 om de verhouding van de omtrek van een cirkel tot zijn diameter weer te geven. Het symbool πφέρεια is afgeleid van de eerste letter van het Griekse woord περιφέρεια (periferie). Het werd populair gemaakt door Leonhard Euler, die het gebruikte als onderdeel van zijn veelgebruikte notatie voor de constante.
De waarde van pi is al bijna 4000 jaar bekend, maar slechts bij benadering. In de tijd van Archimedes werd berekend dat pi tussen 3,1408 en 3,1429 lag; tegenwoordig weten we dat het dichter bij 3,1416 ligt, maar we zullen nooit de echte waarde weten omdat het een irrationaal getal is.